Participatie-spagaat: zorg voor de ander of broodroof?

Afgelopen woensdag 2 juli 2014 vond in de Weerd in Arnhem een tweede participatiedebat plaats. Zorgbelang was met de andere partners uit ‘in de Weerd’ medeorganisator van dit debat.  In het debat stond de rol van met name de vrijwilligers die participeren centraal: wat vinden zij van belang, wat hebben zij nodig om te kunnen participeren?

Veel voorbeelden van hoe in Arnhem mensen vanuit hun eigen kracht een vrijwillige bijdrage aan de samenleving leveren, kwamen onder de perfecte leiding van Angelique Krüger  aan bod. Zo waren er voorbeelden op het gebied van wijkbeheer (o.a. groen) of zorg en ondersteuning van anderen. De kern van de vraag van de vele vrijwilligers was eigenlijk simpel: Maak vrijwilligerswerk aantrekkelijk en laat het aansluiten bij de wensen en mogelijkheden van mensen:
– Sluit aan bij de kwaliteiten van mensen zelf en ontwikkel die verder zodat mensen vooruit komen, bijvoorbeeld om op termijn weer een baan te kunnen vinden.
– Geef mensen de ruimte en ondersteun (bijvoorbeeld als gemeente of als instelling) met hulpmiddelen en een beetje geld.  Zo weigerde de gemeente schoppen ter beschikking te stellen (‘schept precedenten’) voor boomonderhoud. Uiteraard zegde de wethouder toe dit probleem snel op te lossen.
– Neem belemmeringen weg in regeltjes zoals het UWV of gemeenten die hanteren.  Zo weigert het UWV toestemming voor vrijwilligerswerk bij RTV Arnhem, want dat werk zou ook door een betaalde medewerker gedaan kunnen worden (als RTV Arnhem geld daarvoor zou hebben…. u begrijpt het al).

Al deze positieve ervaringen riepen bij een aantal aanwezigen ook vragen op: kan of moet al dit vrijwilligerswerk niet gedaan worden door betaalde krachten? Zo werden vrijwillige klussendiensten gezien als een bedreiging van kleine aannemers of klussenbedrijven en werden zorgende hulp van buren of vrijwilligers voor ouderen gezien als een bedreiging van betaalde thuiszorg. Als je er op deze manier naar kijkt, dan komen we met elkaar in een soort van ‘participatie-spagaat‘: wat de een met veel energie en goede wil doet voor de ander, berooft weer een ander van zijn brood. Maar is dit wel zo?

Mij verwondert deze vraag toch wel een beetje: mij heeft nog nooit iemand van broodroof beschuldigd als ik mijn eigen fiets repareer of bij mijn ouders een klusje opknap. Ik heb in mijn leven heel wat huizen van vrienden en familie geschilderd, inboedels verhuisd of het een en ander gerepareerd. Bouwmarkten hebben aan mij een goede klant. Mag ik dat nu niet meer doen omdat ik daarmee een vriend met een klussenbedrijf van zijn broodwinning beroof?
Ik geloof heilig in een samenleving waar mensen veel voor elkaar doen. Alles verplicht betaald laten doen kan gewoon weg niet werken zolang niet iedereen voldoende geld heeft om aan al zijn of haar levensbehoeften te voldoen. En nog los van het hebben van geld: zelfredzaamheid en zorg voor elkaar op velerlei terreinen, is toch ook de basis waarop een samenleving drijft.

Daarnaast heeft vrijwilligerswerk in een aantal gevallen een belangrijke extra component die bij professioneel werk vaak niet aanwezig is: een aantal vrijwilligers heeft een ervaringsdeskundigheid die effectiever kan zijn dan professionele kennis. Soms is het gewoonweg vanuit de kwaliteit van de zorg voor anderen noodzakelijk deze vrijwilliger ervaringsdeskundigheid te organiseren. In een aantal gevallen wordt het zelf steeds gebruikelijker deze ervaringsdeskundigen ook professioneel te gaan betalen voor hun ‘onbetaalbare’ inzet, omdat deze zeer effectief kan zijn.

Naar mijn mening is er altijd een natuurlijk moment waarop vrijwillige inzet over gaat in professionele ondersteuning (op welk vlak dan ook). Wanneer de ondersteuning qua omvang te groot wordt; wanneer continuïteit noodzakelijk is maar niet meer door vrijwilligerswerk gegarandeerd kan worden; of wanneer kwaliteiten noodzakelijk zijn die niet door een vrijwilliger geleverd kunnen worden. Op enig moment is het gewoon niet meer mogelijk alle problemen volledig vrijwillig op te lossen. Hoewel Nederland met Noorwegen en de VS behoort tot de landen waarin het meeste aan vrijwilligerswerk en mantelzorg wordt gedaan, is hieraan ook een grens. En voor elke situatie en elke vrijwilliger ligt deze grens weer anders: de ene vrijwilliger kan meer dan de andere of heeft meer tijd dan een ander. Maar er is altijd een grens en die hoef je niet met regels vast te leggen: dat regelt zich vanzelf.

Er is echter wel een situatie waarin de overheid grenzen kan overtreden door georganiseerd vrijwilligerswerk ‘op te rekken’ op zo’n manier dat het initiatief niet meer bij mensen zelf ligt. Wanneer de overheid (direct of indirect) ‘vrijwilligerswerk’  grootschalig gaat organiseren met bijvoorbeeld een uitkering als vaste financiering, dan heeft dat weinig meer met de vrijwillige kracht vanuit de samenleving te maken.
Er is dus niets mis met het ruimte geven aan vrijwilligers met een uitkering, er is ook niets mis met het prikkelen van mensen met een uitkering om actief te worden, zeker als dat gericht is op arbeidsparticipatie of het verbeteren van het persoonlijk welbevinden van mensen. Maar het grootschalig en door de overheid direct of indirect georganiseerd inzetten van ‘vrijwilligers’ bij het ‘oplossen’ van maatschappelijke problemen, heeft in mijn ogen niets met vrijwillig maatschappelijk initiatief te maken en kan dan tot verdringing van betaald werk leiden. Het lijkt me dus van groot belang dat de overheid haar eigen activiteiten op dit vlak toetst aan de vraag waar het initiatief ligt bij burgers of bij de overheid. In dat laatste geval dient de overheid zich natuurlijk terug te trekken en het initiatief aan anderen over te laten. Op die manier kunnen we met elkaar heel eenvoudig een ‘participatie-spagaat’ vermijden!