Zorgakkoord, zorg of zegen?

Gisteren (17 april 2014)  is bekend geworden dat het kabinet met de constructieve coalitie een zorgakkoord heeft gesloten dat de ‘pijn’ in de langdurige zorg moet verzachten. Tegelijkertijd  wordt de vrije artsenkeuze ingeperkt doordat patiënten met een zogeheten ‘naturapolis’ alleen nog behandelingen van door zorgverzekeraars gecontracteerde artsen vergoed krijgen.

Zachte landing transitie landurige zorg?
Op zich is het natuurlijk mooi dat de bezuinigingen in de langdurige zorg worden verzacht. Maar het is nog volstrekt onduidelijk wat die verzachting nu precies gaat betekenen en wat de echte overblijvende pijn zal worden.
Als samenleving hebben we via de politiek besloten dat wij minder middelen aan de langdurige zorg willen besteden. We zijn in Europa ook een van de duurste landen op dit gebied. Maar daar krijgen we wel wat voor terug: een zorg op een niveau waar we aan gewend zijn en die we zelfs nu nog lang niet altijd van voldoende kwaliteit vinden. Maar geld en kwaliteit zijn niet altijd rechtstreeks met elkaar verbonden. Iedereen in de zorg is van mening dat het ook mogelijk moet zijn met (wat) minder middelen toch goede kwaliteit van zorg te bieden. En mensen willen ook best nadenken over wat ze zelf (of voor familie, vrienden, buren) mee kunnen doen. De grote uitdaging is echter dat samen met elkaar (opnieuw) vorm te geven.

En daar wordt het ingewikkeld. Tijdens een interessante ‘zwartdenksessie’ (gisteren, georganiseerd door het Minsterie van VWS) gaven veel aanwezigen (die goed zicht hebben op de besturing van de langdurige zorg) aan zich zorgen te maken over de vraag of alle partijen wel optimaal samen (op korte termijn) invulling kunnen geven aan een ‘getransformeerde’ zorg met minder middelen. Iedere partij in de zorg handelt misschien wel te veel vanuit het eigen korte termijnperspectief en te weinig uit het langetermijnperspectief van de samenleving als geheel en patiënten in het bijzonder. Want: als we met elkaar vinden dat de langduirge zorg met minder middelen ook goed vorm gegeven kan worden, dan moet iedereen zeker iets inleveren. Mie wie levert nu wat in en wie bepaalt dat? Dat is het dillemma waarin alle zorgbestuurders (instellingen, zorgkantoren, gemeenten, VWS) met elkaar op dit moment gevangen zitten.

Tegelijkertijd is iedereen het er over eens dat het uitstellen van de bezuinigingen en inhoudelijke transformatie de problemen alleen maar vergroot: iedereen heeft behoefte aan duidelijke kaders op korte termijn. het is met name aan de landelijke politiek die (financiële en inhoudelijke kaders nu snel te stellen. De lokale en regionale politiek moet snel samen met zorgaanbieders en zorgkantoren deze landelijke kaders omzetten in een conctreet ander zorgaanbod.

Voor cliënten moet snel duidelijk worden wat de daadwerkelijke ‘pijn’ van ded veranderingen en bezuinigingen voor hen gaat worden. Met name de politiek moet daar volstrekt eerlijk over communiceren en niet verhullen dat deze bezuinigingen en veranderingen ook echt gevoled gaan worden. Op welke manier dat weten we nog steeds niet omdat de partijen in het veld deze bezuinigingen en veranderingen nog niet concreet genoeg hebben uitgewerkt. Dat moet dus snel gebeuren!

Al bij al wordt het hoog tijd dat alle partijen in de zorg, met de landelijke en lokale politiek voorop duidelijkheid gaan verschaffen aan cliënten: wat wordt de pijn die ze gaan voelen (welke zorg minder) en wat moeten ze zelf (of hun familie, buren, vrienden) meer zelf gaan doen?

Zorg is voor mensen maar ook door mensen. Bezuinigingen van 20 procent of meer op sommige terreinen, gaat ook leiden tot veel ontslagen. Mensen die op een andere manier ook weer veel geld gaan kosten (uitkeringen, ontslagvergoedingen). Deze mensen zullen ook heel veel persoonlijk leed gaan ervaren. Ook hierover dient de prolitiek volstrekt helder te zijn.  En in een tijd met al ongeveer 700.000 werkelozen ligt voor hen niet op korte termijn nieuw werk te wachten.

Gedwongen winkelnering bij door zorgverzekeraar aangewezen artsen?
Een tweede element van het gisteren gesloten zorgakkkoord is het feit dat verzekerden met een naturapolis (die goodkoper is dan een zogeheten ‘restitutiepolis’) niet langer naar een arts van hun eigen keuze kunnen gaan. Of dit voor mensen veel gaat betekenen zal sterk afhangen van de vraag op welke wijze verzekeraars hier invulling aan gaan geven.

Als zorgverzekeraars per regio een ruim aantal artsen en behandelaars contracteren, zal het probleem niet zo groot zijn. Als verzekeraars echter per regio slechts enkele artsen of behandelaars contracteren voor bijvoorbeeld een specifieke aandoening, dan heb je als verzekerde weinig meer te kiezen. Dat betekent dat artsen lokale of zelfs regionale ‘monopolies’ gaan krijgen en ik vraag mij af of de kwaliteit van de zorg dara nu beter van wordt. Tot nu toe heeft juist deze liberale Minister altijd gewezen op de kwaliteitsprikkel die van concurrentie in de zorg zou uitgaan. Blijkbaar denkt zij nu ineens heel anders hierover?

Elk redelijk denkend mens is het er over eens dat bewezen slechte kwaliteit en te hoge kosten reden kunnen zijn om als verzkeeraar geen contract af te sluiten met een arts of behandelaar. Als verzekeraars transparant maken onder werlke kwaliteitsvoorwaarden en onder welke prijscondities zij artsen en behandelaren zullen contracteren (en dat ook doen als een arts of behandelaar aan de gestelde criteria voldoet) dan zal er de komende jaren weinig aan de hand zijn. Als verzekeraars vooral op hoog volume en lage prijs bij slechts enkele artsen / behandelaren / organisaties gaan inkopen, dan kan er de komende jaren veel verlies aan kwaliteut gaan ontstaan.
Ook hier is het dus van groot belang dat de overheid en zorgverzekeraars samen met patiëntenorganisaties snel duidelijke afspraken gaan maken over hoe aan dit onderdeel van het zorgaakkoord invulling wordt gegeven.

 

 

 

Denk mee over transities in de zorg

Ongerustheid in ouderenzorg Omroep Gelderland 22 februari 2013

De zogeheten ‘transities’ in de zorg die door het regeerakkoord steeds verder worden uitgewerkt, komen voor iedereen dichterbij. Dat betekent ook dat er meer onrust omheen ontstaat. Wat komt er op ons af? Ik ga hier in op de manier waarop de komende tijd de transities in de jeugdzorg en in de langdurige zorg (in samenhang) vorm krijgen.

De jeugdzorg zal vanaf 2015 door gemeenten worden georganiseerd, terwijl dat nu door de provincie gebeurt. Eigenlijk is iedereen het er wel over eens dat dit kansen biedt: meer zorg op maat voor jongeren en hun families en als het even kan gewoon thuis of anders bij familie, vrienden en kennissen. Als het echt niet anders kan, blijft professionele jeugdzorg nodig. Vaak kan dat als begeleiding thuis. Soms is in een instelling of pleeggezin gaan wonen de enige (hopelijk tijdelijke) oplossing.
Met deze ontwikkeling die al lang geleden is ingezet, is niets mis. Het wordt echter wel de vraag of de door het kabinet opgelegde bezuinigingen haalbaar zijn.

Het is ook de vraag of de bezuinigingen die met de transitie in de langdurige zorg meekomen, haalbaar zijn. Ook hier gaat het om het overbrengen van de financiering van een deel van wat nu door het Rijk via de Awbz geregeld wordt, naar gemeenten. En ook hier de prima gedachte dat mensen zo lang mogelijk met hulp van buren, vrienden en familie, thuis moeten kunnen blijven wonen. Als dat echt niet meer lukt, komt de thuiszorg of in een beperkt aantal gevallen blijft ‘opname’ in een verzorgingshuis of verpleeghuis noodzakelijk.

De belangrijkste vraag is niet of de uitgangspunten verkeerd zijn, maar of ze ook daadwerkelijk tot minder ‘zorgaanspraken’ gaan leiden en dus zonder al te veel problemen tot bezuinigingen kunnen leiden. Gaan familie, buren, kennissen of ‘wildvreemde’ vrijwilligers de komende jaren meer doen dan dat ze nu doen? En als dat niet of maar beperkt zo is, hoe krijgen de gemeenten dan toch die bezuinigingen voor elkaar? Ik zet hier de te verwachten oplossingen op een rijtje:

  • Gemeenten gaan familiehulp, burenhulp, vrijwilligerswerk stimuleren. Dat gaat niet vanzelf! Veel gemeenten zoeken nu nar manieren hier stimulerend op te treden.
  • Gemeenten gaan zelf de toegang tot zorg anders regelen: grote logge bureaucratische instituties als Bureau Jeugdzorg en het CIZ gaan misschien wel helemaal verdwijnen: gemeenten gaan zelf bepalen wie wanneer welke zorg krijgt, als het echt niet anders kan. Dat gaan gemeenten doen in zogeheten ‘keukentafelgesprekken’  waarbij in de thuissituatie gekeken wordt wat echt nodig is. Soms gaan (kleinere) gemeenten voor deze keukentafelgesprekken zelfs vrijwilligers als eerste ‘zeef’ inzetten. In tweede instantie komt dan een intakemedewerker van de gemeente of van een instelling. In derde instantie soms een gespecialiseerde deskundige die in ingewikkelde gevallen moet bepalen wat er aan zorg nodig is.
  • Deze toegang tot de zorg gaat steeds meer gebeuren vanuit geïntegreerde wijkteams: dus niet voor elke probleem komt een aparte indicatiesteller langs, maar er wordt zo breed mogelijk naar de problemen door één wijkteam gekeken. Daarin is ook een wijkverpleegkundige vertegenwoordigd en dit team moet nauw samenwerken met de huisartsen in een wijk.
  • De uitvoering van de noodzakelijke professionele zorg gebeurt zo mogelijk door de medewerkers van dit brede integrale zorgteam in de wijk. Alleen in moeilijke gevallen kan gespecialiseerde zorg nodig zijn. Als gespecialiseerde zorg nodig is, moet die echter veel beter dan nu met dit integrale wijkteam en andere zorgverleners samenwerken. Door deze integrale wijkaanpak moet de zorg efficiënter en doelmatiger worden: minder dubbele zorg en geen zorg meer die langs elkaar heen werkt of elkaar zelfs tegenwerkt.
  • De professionele zorg die moet worden ingekocht, moet vooral in samenwerking met elkaar geleverd worden. Om de cliënt keuzevrijheid te geven en ook om de cliënt zorg op door hem of haar gewenste maat te laten krijgen, geven sommige gemeenten (op termijn) de voorkeur aan een persoonsgebonden of een persoonsvolgend budget. Ook wordt er gestudeerd op nieuwe (beleidsgestuurde) aanbestedingsvormen waar zowel de gemeente als de cliënt meer greep heeft op de zorg zelf.
  • Naast dit alles zullen ook eigen bijdragen groter worden, als de hierboven staande maatregelen onvoldoende besparingen gaan opleveren. De verder doorgaande scheiding van wonen en zorg hoort daarbij: ook in een verzorgingshuis of verpleeghuis gaat de cliënt straks gewoon huur betalen, of koopt een eigen appartement in een verpleeg of verzorgingshuis.

De hierboven op hoofdlijnen beschreven ‘oplossingen’ voor gemeenten gaan de komende 2 jaar ruwweg verder worden ingevuld. De gemeenteraden hebben zich in sommige gevallen al over een deel van deze oplossingsrichtingen uitgesproken. Dit voorjaar worden bij veel voorjaarsnota’s (de financiële meerjarenramingen van gemeenten) weer verdere beslissingen genomen. Bij de begrotingen in het najaar worden veel beslissingen en politieke keuzes weer verder uitgewerkt.
Voor Wmo raden, cliëntenraden, maar ook voor iedereen die nu of straks met deze zorg te maken heeft of gaat krijgen, is het van belang hier invloed op uit te oefenen. Als directeur van Zorgbelang Gelderland roep ik u dan ook op, u hier druk over te gaan maken. Zorgbelang Gelderland ondersteunt u in overleg met de gemeenten in uw regio, bij het vormen van een oordeel en het mee bedenken van de manier waarop de komende jaren de zorg bij u in de buurt opnieuw vorm krijgt. Nu kunt u daar nog veel invloed op uitoefenen. Ik raad u aan dat ook echt te gaan doen!

Ongerustheid over veranderingen in de zorg

Ongerustheid over veranderingen in de zorg. Omroep GLD 9 januari 2013

Veel mensen die zorg nodig hebben maken zich ongerust over de veranderingen die er aan gaan komen. Maar welke veranderingen komen er dan aan?

Er wordt flink bezuinigd op huishoudelijke hulp. Naar verwachting zullen gemeenten zo’n 75 procent op hun budgetten gekort gaan worden. Dat betekent naar waarschijnlijk dat alleen mensen met een minimum inkomen (of minder) nog in aanmerking voor een vergoeding kunnen komen. Maar hoe het precies in elke gemeente wordt uitgewerkt (en wanneer) is nog niet bekend.

Op termijn wordt een deel van de ‘eenvoudigere’ Awbz zorg, waaronder persoonlijke begeleiding, niet meer vergoed. Dat betekent dat mensen die die zorg wel nodig hebben, bij de gemeente moeten aankloppen. Die zal eerst kijken of mensen geen zorg via familie of in de buurt kunnen regelen. Pas als dat allemaal niet lukt, kan (en dat is geen recht) de gemeente ‘compenserend’ optreden. Maar hoe die ‘compensatie’ er voor welke zorgvragen uit gaat zien, is nog lang niet bekend wordt geroepen.

Ook in de jeugdzorg moet 20 tot 25 procent van het huidige budget worden bezuinigd. En ook hier worden gemeenten verantwoordelijk en moeten mensen zelf eerst zorg bij familie en in de buurt proberen te regelen. wat overigens niet altijd gemakkelijk is als jeugdzorg nodig is als er sprake is van moeilijkheden in een gezin.

Is dat nu heel erg, al deze voorgenomen veranderingen? Op zich genomen gaat er een hele goede filosofie schuil achter de voorgenomen veranderingen. Meer voor elkaar, vrienden, familie, buren en anderen helpen is iets wat best wat meer zou kunnen. Met deze filosofie is niets mis. En als daarmee flink kan worden bezuinigd, dan is dat prima voor onze huidige kwakkelende economie. Maar er kleven ook haken en ogen aan.

Allereerst de onduidelijkheid. Het filmpje van Omroep Gelderland laat zien dat veel mensen zich erg ongerust maken. Is dat nodig? Dat zou niet zo hoeven zijn als de overheid (Het Rijk en elke gemeente kan dat doen) de garantie zou uitspreken dat wanneer het echt nodig is en echt niet ander kan, zorg gegarandeerd wordt. Ik denk dat dat kan. Daar zijn we in Nederland nog rijk genoeg voor. Voor mensen met zo veel beperkingen als Yvonne in het filmpje, kunnen we in Nederland echt wel zorg garanderen als dat echt noodzakelijk is. Dat wil niet zeggen dat iedereen alles kan krijgen: nee, alleen als het echt nodig is en echt niet anders (lees: vrijwillig) georganiseerd kan worden.

Kunnen gemeenten nu al niet veel meer duidelijkheid aan mensen met veel zorgvragen geven? Ik denk dat dat kan. gemeenten maar ook zorginstellingen weten heel goed welke kant de veranderingen op gaan: daarover kunnen ze eerlijk zijn. Ik heb het gevoel dat er nu nog veel ‘omheen’ wordt gepraat. Juist het ‘we weten het nog niet precies’  en ‘het zal misschien wel los lopen….’ maakt mensen erg onzeker. Ik stel dat mensen zelf ook mee na kunnen denken over hoe hun zorg beter en goedkoper kan. Wacht dus als gemeente niet met het betrekken van mensen met een zorgvraag totdat alles duidelijk is: nee, maak hen mee verantwoordelijk over hoe die zorg dan er anders (en ook goedkoper) er uit moet zien. Wacht niet af tot alles tussen beleidsmakers en zorginstellingen is uitonderhandeld, maar ga nu over de veranderingen met de mensen die het betreft in discussie. Geef hen juist nu de kans om zelf meer verantwoordelijk te worden over hun eigen zorg.

Gaat het daarmee goed komen? Gaat iedereen voor zijn of haar familie, vrienden of buren zorgen? En gaat het dan goed als dat wel zo is? Nee natuurlijk gaat dat niet vanzelf en als het wel lukt gaat het zeker niet altijd goed. Ook familie kan vervelend zijn of grote fouten maken. Bovendien kost zo’n proces van een mentaliteitsverandering heel veel tijd. Ik mis nog veel aandacht bij landelijke en gemeentelijke beleidsmakers voor deze kant van de veranderingen: de beleving en inzet van diegenen waar het echt om gaat. Tot nu toe gaat de energie eigenlijk alleen maar naar de budgetten uit, de verordeningen, de contracten met zorgaanbieders en de reorganisatie van met name de toegang tot zorg, via gemeentelijke (veelal professionele) wijkteams.

Langzaam maar zeker komen nu pas de mensen waar het om gaat in beeld. Soms omdat ze zelf daarover aan de bel trekken. Maar gemeenten en de landelijke overheid moeten nog heel veel energie in het betrekken en stimuleren van mensen met een zorgvraag steken. Daarbij gaat het vooral om ruimte geven aan eigen initiatieven. En om het gedeeltelijk loslaten van eigen traditionele sturende kader, zoals bijvoorbeeld controleregelgeving op PGB’s en subsidies. Ruimte geven voor initiatieven van burgers betekent ook risico’s op misbruik lopen. Maar liever achteraf corrigeren en straffen dan door controle vooraf elk initiatief blokkeren. Schrijf bijvoorbeeld eens een prijsvraag uit voor hoe je je eigen zorg anders (en dus ook goedkoper) zou willen organiseren? En geef dan flinke budgetten weg en bonussen om dat te realiseren.

Ik hoop dat gemeenten en het Rijk al dit jaar burgers veel meer gaan prikkelen en ruimte geven om zelf hun zorg te organiseren. Zonder te wachten op alle formele beleidsnota’s, verordeningen e.d.. Als je echt wilt innoveren, moet je lef tonen en risico’s durven lopen. Geef het initiatief nu uit handen aan de mensen zelf die zorg nodig hebben. Daag hen uit en beloon hen voor hun eigen initiatief! Door mensen zelf de ruimte te geven, neem je hun onzekerheid weg en zul je nieuwe betere en goedkopere zorg oogsten.

 

Kabinet gekozen: nu moet u weer kiezen

Als Nederlandse burgers hebben we recent een nieuw parlement gekozen.  Het parlement heeft een nieuwe regering gevormd. Dit nieuwe kabinet heeft een aantal hele grote keuzes gemaakt ten aanzien van onze zorg. Maar wat betekent dat voor u? welke keuzes moet u als burger nu de komende tijd nog meer gaan maken door de nieuwe kabinetsplannen?

U als burger staat de komende jaren een enorme verandering te wachten: de veranderingen (transities) in de zorg zullen voor grote veranderingen in het aanbod en de kwaliteit en financiering van zorg zorgen. Daarnaast groeit de vraag naar zorg onder andere door de vergrijzing en door nieuwe technologieën enorm. Dit terwijl ons nationaal inkomen niet zo hard groeit om deze ontwikkelingen collectief te financieren, zo vindt ons nieuwe kabinet.

Dit alles maakt volgens de regeringsplannen dat u als burger en zorgvrager zelf een steeds groter aandeel in de financiering en de organisatie van de zorg zullen moet gaan opvangen. Dit betekent dat u – of u dat nu wilt of niet – belangrijke keuzes moet gaan maken met betrekking tot uw zorg.

Een eerste keuze betreft het zelf met anderen in de buurt uitvoeren van zorg, door u als burger, buurtbewoner zelf. De druk op u als mantelzorger en vrijwilligerswerk groeit en zal vanuit uw buurt, dorp of wijk tot ontwikkeling moeten worden gebracht door u en uzelf, in nauwe samenwerking met gemeenten en zorg- en welzijnsinstellingen. U als burgers met een zorgvraag en degenen om u heen, zullen meer dan ooit vorm moeten geven aan al deze vormen van ‘zelfzorg’, wil er een adequaat antwoord komen op uw zorgvraag en die van uw buren

De keuze voor u zelf betreft de wijze waarop u een bijdrage aan deze buurtzorg of zelfzorg gaat leveren. U als ‘nieuwe’ burger met een zorgvraag neemt zelf uw verantwoordelijkheid voor de zorg voor uzelf en de zorg voor anderen. U kiest (vrijwillig of noodgedwongen) vormen van actieve zorgparticipatie die goed bij u en uw omgeving passen. Het nieuwe regeerakkoord vraagt u uitdrukkelijk deze keuze te gaan maken.

Een volgende keuze betreft de verdeling van de (schaarse) collectief gefinancierde middelen die voor professionele zorg beschikbaar blijven. Gaan deze middelen in belangrijke mate naar curatieve, tweedelijnszorg (‘high care’), of komen er juist meer middelen beschikbaar voor preventie en ‘low’ care? Naar verwachting worden deze keuzes in de toekomst meer en meer op lokaal en regionaal niveau gemaakt. U als burger zult er voor moeten kiezen wel of niet bij deze keuzes betrokken te zijn. U als ‘nieuwe’ burger (al dan niet met een zorgvraag) zal deze keuzes waar het geld in de zorg naar toe gaat in uw regio, in belangrijke mate willen beïnvloeden. Op dit moment zijn gemeenten, zorgverzekeraars en zorgaanbieders samen met vertegenwoordigers van zorgvragers (Wmo raden, patiëntenorganisaties e.d.) druk op zoek om samen uit te vinden hoe u deze invloed op deze keuzes het beste kunt uitoefenen. Het is aan u om daar wel of niet bij betrokken te willen zijn.

Weer een andere keuze is de al dan niet collectieve financiering van noodzakelijke professionele zorg. Blijven deze kosten in belangrijke mate een collectieve last via verzekeringen en algemene belastingen, waarbij naar financiële draaglast wordt bijgedragen ongeacht de vraag of men zelf van deze middelen (op dat moment) profiteert? Of worden deze lasten steeds meer individueel gedragen door u die nu of straks een zorgvraag heeft, via eigen risico’s, eigen betalingen etc.? Deze keuze is in hoge mate politiek en wordt in belangrijke mate landelijk bepaald.
Tot nu toe waren er weinig burgers die op deze keuze invloed uit probeerden te oefenen. De commotie van de afgelopen weken rondom de inkomensafhankelijke zorgverzekeringspremie heeft echter aangetoond dat u als burger zich hier heel druk om maakt. Als ‘nieuwe’ burger zult u zich ook steeds vaker over deze keuzen van de financiering van zorg willen uitspreken. En afhankelijk van de politiek gemaakte keuzes waar u invloed op uit heeft geoefend, zult u andere keuzes moeten maken om bijvoorbeeld individueel meer geld opzij te zetten om eventuele zorgproblemen nu en later, financieel het hoofd te kunnen bieden.

Nog een niet onbelangrijke keuze, betreft de keuze voor gezond gedrag en preventie van zorg. U kunt mogelijk met uw eigen gedrag een zorgvraag voorkomen of uitstellen. U als ‘nieuwe’ burger kunt kiezen voor gezond gedrag om een zorgvraag te voorkomen en om bij een bestaande zorgvraag, zo veel als mogelijk complicaties te voorkomen.

Een laatste keuze van u als burger betreft het gebruik van moderne technologische oplossingen (eHealth) die minder zorg mogelijk maken en de effectiviteit van zorg vergroten. U als ‘nieuwe’ burger met een zorgvraag kunt kiezen voor het gebruik van moderne communicatiemiddelen om informatie te verzamelen rondom uw zorgvraag en om met lotgenoten ervaringen uit te wisselen en om voor uw belangen op te komen. Ook kunt u gebruik maken van technische hulpmiddelen in huis en met betrekking tot vervoer. Ook zorg op afstand via bijvoorbeeld een videoverbinding op een Ipad kunt u benutten om in uw eigen zorg te voorzien.

U hebt door uw stemgedrag een nieuw kabinet gekozen. Nu is het aan u om de keuzes die het nieuwe kabinet heeft gemaakt, verder te ondersteunen met uw eigen keuzes. Ik wens u veel wijsheid bij het maken van deze keuzes en veel kracht bij de uitvoering ervan.

 

Kosten van medicijnen

De afgelopen week is er weer een keer  beroering ontstaan over de kosten van dure medicijnen, in dit geval voor kleine groepen mensen met een zeldzame ziekte. Volgens een voorlopig advies van het college van Zorgverzekeringen, zouden deze medicijnen ‘uit het verzekerd pakket’ moeten. Ongeacht of ze nu wel of niet werken.

Het argument dat als ze bewezen niet werken, vind ik juist. Als medicijnen niet werken, heb je er helaas niets aan en moet je ze ook niet vergoeden. Maar in dat geval zouden ze niet in het verzekerd pakket zijn opgenomen. Want de werkzaamheid wordt in Nederland vooraf getoetst, voordat medicijnen in het verzekerd pakket worden opgenomen.

Ik vraag mij af wat ik aan een verzekering heb, die mij niet verzekert tegen grote (financiële) risico’s die zelden voorkomen. Ik heb altijd gedacht dat dit juist het principe van een verzekering is. Maar ik begrijp dat de kosten van medicijnen een  belangrijk deel van onze verzekeringskosten uitmaken. En dat die kosten de pan uit rijzen begrijp ik ook. Ik betaal ook elke maand de rekening. Ik denk dan ook (met vele anderen) dat er andere manieren zijn om de kosten van het medicijngebruik terug te dringen.

Een belangrijk plan kwam deze week van de voorzitter van de Raad van Bestuur van het Erasmus Medisch centrum. Zeg maar het grootste ziekenhuis van Nederland. Hans Büller  vraagt zich af of het niet mogelijk is dat er een groot Europees consortium wordt gevormd dat – zonder winstoogmerk –  onderzoek gaat doen naar werkzame medicijen, ook voor kleine groepen patiënten. Naar zijn mening – en wederom die van vele anderen – zijn de kosten van medicijnen volstrekt niet transparant: waarom wordt er zo veel op bepaalde medicijnen verdiend? Zijn de ontwikkelkosten niet allang terugbetaald? Niemand weet het antwoord op deze vragen want medijnfabrikanten hoeven hier geen inzicht in te bieden, laat staan verantwoording over af te leggen. Dat is anders dan dat we van overheden of bestuurders van ziekenhuizen eisen. Dat terwijl er ook aan medicijnen miljarden aan publiek geld wordt besteed.

Om inzicht in de kosten te krijgen en om deze kosten beheersbaar te maken, is het volgens mij ook noodzakelijk om hiervoor een publieke organisatie op te zetten. Ook die mag winst maken, maar dat geld kan dan weer in de zorg of nieuwe medicijnen worden geïnvesteerd. Net als Büller denk ik dat een Europese schaal nodig is om een dergelijke investering te doen en om ook succesvol te kunnen zijn met het ontwikkelen van nieuwe werkzame medicijnen.

Ik denk dat deze discussie aangeeft dat we in Nederland steeds meer tegen de grenzen van de marktwerking in de zorg aanlopen: concurrentie kan tot meer efficiëncy in de zorg leiden, maar kan dus ook leiden tot te grote winsten en voor ons onaanvaardbare kosten. Wanneer (zoals in het geval van medicijnen) de werkelijke concurrentie verdwenen is (anders zouden er wel goedkopere werkzame medicijen zijn) lijkt het mij tijd om als (europese) overheden zelf initiatieven te nemen.  Ik juich het initiatief van Büller dan ook toe. En wanneer er openheid van zaken wordt gegeven en er afspraken te maken zijn over wat wel en niet redelijke winstmarges zijn, mogen daar van mij best private investeerders bij betrokken worden.

Dit plan lijkt heel ver te gaan. Artsen uit het AMC hebben een wat minder ver gaand voorstel gedaan om met name de gegevens over effectiviteit van medicijnen op Europees niveau te gaan bundelen. Ook heel mooi, maar mij gaat het niet ver genoeg. Ik zou graag zien dat meer mensen zich achter het plan van Büller scharen. U ook?

 

Concentratie van zorg om kosten te besparen?

Maandagavond (13 februari 2012) woonde ik een debat bij in Nijmegen over spreiding en concentratie in de ziekenhuiszorg. Dit naar aanleiding van het hoofdlijnenakkoord dat zorgverzekeraars en ziekenhuizen met elkaar (zonder betrokkenheid van patiënten) hebben gesloten. De vraag was (en is) of spreiding en concentratie van ziekenhuiszorg leidt tot goedkopere zorg tegen aanvaardbare kwaliteit. Het gaat dus om keuzes maken in de zorg om de zorg betaalbaar te houden.

Zoals in veel debatten vermeden een aantal debatdeelnemers het om echte keuzes te maken: het is natuurlijk gemakkelijk op de nadelen van concentratie van (met name spoedeisende hulp) te wijzen, zonder aan te geven welke alternatieven er dan wel zijn om tot beheersbaarheid van de kosten in de zorg te komen. Natuurlijk is kwaliteit van zorg het allerbelangrijkste, maar desondanks moeten er (pijnlijke) keuzes gemaakt gaan worden om de kosten van de zorg terug te dringen. Ik heb veel te weinig in het debat gehoord over wat dan wel slimme en aanvaardbare keuzes zijn.

Als vertegenwoordiger van patiënten en hun organisaties vind ik (in tegenstelling tot wat sommigen misschien denken), beheersing van de kosten van zorg van zeer groot belang voor patiënten zelf. Waarom?

  • Omdat wij in Nederland langzamerhand niet meer in staat zijn onze zorgverzekering te betalen. En wat iedereen vergeet is dan niet zorgverzekeraars de zorg betalen, maar dat patiënten dit echt zelf doen;
  • Omdat hierdoor nu al een tweedeling is ontstaan: wie goed verdient gaat naar de tandarts (al dan niet verzekerd) en kan zich plastische chirurgie of een bezoek aan de fysiotherapeut of diëtist veroorloven;
  • Omdat dit betekent dat mensen met minder inkomen steeds eerder en langer ziek worden en er meer last van zullen hebben. Daarmee zullen de totale kosten van zorg onnodig stijgen;
  • Omdat het automatisme dat de ziekenhuiszorg als maar duurder wordt (zonder ingrijpen een stijging van meer dan 6 procent per jaar) ten koste gaat van de langdurige zorg of bijvoorbeeld de huisartsenzorg omdat we daar wel makkelijk kunnen ingrijpen via budgetten e.d.

In mijn ogen is het dus van belang voor patiënten dat wij zelf meer greep gaan krijgen op de kosten van de zorg om de hierboven genoemde nadelen terug te gaan dringen. En zelf meer greep krijgen op de kosten van de zorg betekent niet dat we meer uit eigen zaak moeten gaan betalen (of: niet meer uit eigen zak kunnen betalen) maar dat we mee gaan bepalen welke zorg wel of niet nodig is.

In dat opzicht is het hoofdlijnen akkoord wel een goed begin: om spoedeisende zorg in Zeeuws Vlaanderen of Winterswijk (in dun bevolkte gebieden) wel aanwezig te houden, is het daarom goed te kijken of in de Randstad of Nijmegen niet met minder dure spoedeisende zorg kan worden volstaan. Maar zowel in Winterswijk als in Nijmegen moeten burgers en patiënten betrokken worden bij het herinrichten van de spoedeisende zorg. En natuurlijk hadden patiënten(organisaties) betrokken moeten worden bij het hoofdlijnen akkoord. Onbegrijpelijk dat dit anno 2012 nog steeds gebeurt.

Volgens mij ligt de bal nu bij de zorgverzekeraars en ziekenhuisbestuurders om patiënten en burgers te betrekken bij het maken van keuzes. Wat dat betreft alle hulde aan de chirurg in de zaal die zich afvroeg of hij moest blijven investeren in heel duur onderzoek en dure operaties met een slagingskans van 3 procent. Naar mijn mening zijn ook patiënten en hun organisaties klaar om deze discussie met het ziekenhuis en chirurgen (of andere specialisten) aan te gaan. Maar durven de ziekenhuizen het aan? Durven zij ook te kiezen voor meer ‘low care’ zoals huisartsenzorg of langdurige zorg, ten koste van hun eigen uitbreidingskansen en groei?

Als directeur van Zorgbelang Gelderland heb ik tot u toe geen uitnodiging gehad van een zorgverzekeraar of ziekenhuisbestuurder om dit proces van een maatschappelijk keuzeproces goed op gang te kunnen brengen. Na 15 jaar discussie durft het Radboud het aan om (voorzichtig) te gaan starten met een patiëntenadviesraad. In mijn ogen is dat wel een heel voorzichtige stap. En dat terwijl in andere ziekenhuizen patiënten als ervaringsdeskundigen in elk geval steeds meer betrokken worden bij het inrichten van zorgpaden e.d. Maar dat gaat vaak over meer kwaliteit en niet over minder kosten.

Mijn vraag is dan ook: welke zorgverzekeraar en welke ziekenhuisbestuurder durft verder te gaan en samen met patiënten en andere partijen in haar of zijn regio echte keuzes in de zorg te gaan maken? Wie neemt deze handschoen op? Hoewel het ook voor patiënten en hun organisaties geen gemakkelijke discussie zal zijn, zijn wij er langzamerhand wel klaar voor.

OKT
2011
08

TV debat over kosten van de zorg

Vanavond 8 oktober zit ik in het publiek van het tv programma ‘debat op 2’. Over de kosten van de zorg. Helaas mag ik niet meepraten. Voor het debat wordt gebruik gemaakt van de resultaten van een Zorgbelang E-panel onder 1275 Nederlanders ( http://bit.ly/nQnoc0) . Het debat zal zich toespitsen op de vragen of er wel of niet extra betaald moet worden voor ongezond gedrag en of dure levensverlengende behandelingen wel een goede investering in de zorg zijn.

Het E-panel onder met name zorggebruikers geeft aan dat de meesten vinden dat je gedrag dat mogelijk tot ongezonder leven leidt niet met meer kosten voor burgers moet belasten. De grote vraag is of je dit wel voor alle gedrag goed kunt vaststellen en of met name mensen die het al zwaar hebben, dan ook nog van het roken, drinken of lekker eten moet afhouden. En hoe gaan we dat dan allemaal controleren? Komt de politie langs om jaarlijks je Body Mass Index (BMI) te meten? En is het dan niet beter bij een veel te foute BMI niet alleen de zorgpremie te verhogen, maar meteen tot gedwongen opname over te gaan? Voorkomen van nog erger is uiteraard beter dan later moeten genezen.

De meeste deelnemers aan het E-panel vinden het daarnaast moeilijk om te beoordelen wat een dure behandeling dan aan levenswinst moet opleveren. Men vindt dat iedereen recht heeft op dezelfde behandeling, ongeacht de levensverwachting. en of je die behandeling mag krijgen moet een arts beoordelen. Niet de politiek of ene verzekeraar, maar de patiënt hoeft het ook niet zelf te doen.

Met andere woorden: de weg om kosten te besparen via het financieel straffen van mogelijk ongezond gedrag en het beperken van dure behandelingen wordt niet als verantwoord gezien. Maar wat dan wel?

Het korten op PGB’s en eigen bijdragen op de GGZ (waarom is een psychische ziekte financieel meer belastbaar dan een lichamelijk probleem?) is ook al niet populair. Daarmee betalen de meest kwetsbare groepen de duurder wordende rekening van de zorg.

Steeds meer stemmen gaan op om lokaal en regionaal partijen als ziekenhuizen, huisartsen, andere zorginstellingen, verzekeraars maar ook gemeenten samen een budget te geven op basis van objectieve zaken als het aantal ouderen en het aantal voorkomende ziekten of beperkingen in een gebied. Deze partijen moeten dan samen keuzes gaan maken binnen het budget dat is politiek wordt vastgesteld. Daar hoort ook de visie van patiënten bij. In mijn ogen zijn patiënten en hun organisaties deze vraag te lang uit de weg gegaan: als het met minder moet, waar leggen wij dan de prioriteiten en waar de pijn? Zijn wij als patiëntenbeweging bereid en in staat een bijdrage aan deze komende discussies op lokaal en regionaal vlak te leveren? Graag daag ik patiënten en patiëntenorganisaties uit deze uitdaging aan te gaan. Zorgbelang (in elk geval in Gelderland) wil deze uitdaging graag met jullie aangaan.

SEP
2011
27

Kostenstijging zorg vraagt om parlementaire enquête ?

Zojuist is bekend geworden dat zorgverzekeraar DSW de ziektekostenpremie in 2012 met € 36 per jaar gaat verhogen tot € 102,50 per maand. De andere verzekeraars zullen snel volgen met mogelijk nog grotere verhogingen. Dat is een flinke aanslag op de portemonnee  van elke Nederlander. Het kabinet schreef al in de miljoenennota dat de vergrijzing en de technologische ontwikkelingen hier voor zouden zorgen. In voetnoot 45 van de miljoenennota staat terloops vermeld dat de invoering van de zorgverzekeringswet (de stelselwijziging) in 2006 naar schatting zo’n 6 miljard euro jaarlijks extra kost (http://www.skipr.nl/blogs/id873-een-kleine-voetnoot-in-de-miljoenennota-met-gigantische-gevolgen.html) .

In het radio één journaal hoorde ik vanochtend prof. Wynand van der Ven zeggen dat door de grote onzekerheden in het stelsel en de nieuwe systematiek van vergoeding van ziekenhuizen, ziekenhuizen en specialisten deze onzekerheid vooraf gaan incalculeren. Specialisten gaan dat bijvoorbeeld doen door extra of andere verrichtingen te declareren. Dat past overigens bij een goed ondernemerschap in de ‘zorgmarkt’ die we met elkaar hebben gecreëerd.

Mij is inmiddels wel duidelijk dat de stelselwijziging heel veel geld kost en feitelijk tot een financieel onbeheersbaar systeem leidt. Dat zou allemaal niet zo erg zijn als we bereid waren als Nederlanders andere consumptieve bestedingen te verminderen: bijvoorbeeld kleinere auto’s te kopen, minder uit eten te gaan, minder kleding of minder elektronisch aan te schaffen.  Maar zo zit de werkelijkheid voor de meesten van ons niet in elkaar: we willen alles, zeker zo lang we gezond zijn. In mijn ogen neemt dus de bereidheid snel af bij gezonde Nederlanders om ‘op te draaien’ voor de kosten van mensen die minder gezond zijn. Daarom zullen we met elkaar greep moeten krijgen op de kosten van de zorg. En ik weet zeker dat niemand in Nederland daar echt greep op heeft.

Ik stel daarom 2 dingen voor:
1. laten we via een parlementaire enquête nu eens echt goed zicht krijgen op de kosten in de zorg: wat kunnen we er aan doen? Waarom hebben we dit tot nu toe nooit goed democratisch uitgezocht?
2. Laten we als patiënten en patiëntenorganisaties ons veel meer gaan bemoeien met de kosten van de zorg. Tot nu toe richten we ons enkel en alleen op kwaliteit. Ik hoor ook wel eens dat kwaliteit geen prijs mag hebben. Maar deze opstelling gaat volgens mij heel snel leiden tot een failliet van goede zorg.

Graag hoor ik van anderen  wat ze van dit idee vinden. En vooral ook hoe we als patiëntenorganisaties meer invloed willen en kunnen gaan uitoefenen op de beheersing van kosten in de zorg.

Graag jullie reacties: ericverkaar@zorgbelanggelderland.nl

SEP
2011
23

Kabinet raakt kwestbare burgers in de zorg

Het kabinet kiest in de miljoenennota voor ongelijkheid: kwetsbare groepen krijgen meer te verduren. Mensen die niet langdurig zorg nodig hebben, worden relatief het meest ontzien.

Een enorme zware bezuiniging treft, zoals bekend, het PGB. Dat is vreemd: een PGB is betere vraaggestuurde zorg, tegen lagere kosten. Deze bezuinigingen leiden tot minder verzorging en begeleiding en meer noodgedwongen afhankelijkheid van vrijwilligers. Dat leidt voor een deel tot herstel van ‘liefdadigheid’ en afhankelijkheid. Dit terwijl de overschrijdingen in het budget veroorzaakt worden door een tekort in de zorg in natura en de rol van de zorgaanbieders die het PGB gebruiken om deze tekorten op te lossen. Wil je bezuinigen op verzorging en ondersteuning, behandel PGB en zorg in natura dan gelijk. Of schaf zorg in natura af: dan krijg je betere en goedkopere verzorging en begeleiding.

De GGZ heeft weinig met vergrijzing te maken, maar er wordt wel stevig op bezuinigd. Keuze voor een kwetsbare groep die weinig kan doen aan dit probleem. Ook hier zal een flinke verschraling van zorg optreden en een grotere afhankelijkheid van vrijwilligers. Het zal heel erg moeilijk zijn vrijwilligers te vinden voor deze moeilijke doelgroepen.

De huisartsenzorg wordt minder toegankelijk en ook wordt het medicijnenpakket vanaf 2013 ingeperkt. Huisartsen worden het vaakst bezocht door chronisch zieken en mensen met een beperking.

De tegemoetkomingen voor chronisch zieken en mensen met een beperking wordt inkomensafhankelijk gemaakt. Dat lijkt redelijk maar er kan wel een stapeling van kosten optreden: het goed in beeld brengen van consequenties voor individuen en groepen is hier erg belangrijk.

De zorgtoeslag wordt minder. Dit treft mensen met een lager inkomen. Veel mensen met een chronische ziekte of een beperking hebben een lager inkomen.

Ziekenhuiszorg relatief ontzien

Het kabinet kiest er voor de ziekenhuiszorg relatief te ontzien: de verzorging en begeleiding (met name PGB) en de GGZ wordt het meest getroffen. De vergrijzing leidt to meerkosten in de (langdurige) verzorging omdat mensen meer verzorging nodig (kunnen) hebben als ze langer leven. Toch gaat het kabinet het meeste bezuinigen op deze niet curatieve zorg (PGB, GGZ). Op de curatieve zorg (specialistische zorg) wordt ook bezuinigd, maar minder.

Preventie niet langer belangrijk

Preventie (dieetadvisering, stoppen met roken, fysiotherapie en beweegkuur) wordt uit het verzekerd pakket gehaald of het aantal vergoede behandelingen wordt verkleind. Het is de vraag of dit niet op termijn tot meerkosten zal leiden. Denk bijvoorbeeld aan het succes van de verzekerde stoppen met roken cursussen. Onderzocht moet worden of deze ook op lange termijn succesvol zijn geweest en tot gezondheidswinst hebben geleid.

Bezuinigingen vooral nodig vanwege gebrek aan budgetbeheersing in de zorg

Er is eigenlijk maar beperkt sprake van echte bezuinigingen op het totaal: omdat er grote tegenvallers zijn, is bezuinigen nodig. De financiële problemen in de zorg worden veroorzaakt door het steeds maar overschrijden van het budgettair kader: ofwel het kader is te krap (het kan niet anders) ofwel er is geen goede controle op de kosten. Is het niet inherent aan de complexe marktwerking in de curatieve zorg dat hier een groeimarkt ligt die in het huidige systeem niet te begrenzen valt?

Technologie een te grote kostenpost?

Het kabinet wijst vergrijzing en technologische ontwikkelingen aan als oorzaken van de moeilijk of niet te controleren groei. Onderzoek geeft aan dat in de curatieve zorg de meeste kosten in de laatste levensfase gemaakt worden, ongeacht hoe oud je bent. Hier komt dus de groei niet door de vergrijzing, maar door technologische druk.

Het is de vraag of patiënten niet veel meer zelf moeten aangeven wat wenselijke technologische ontwikkelingen zijn (en dus echt tot meer kwaliteit van leven leiden) en wat niet. Deze sturing en dus kostenstijging ligt nu teveel bij zorginstellingen en de zorgindustrie. Een rem op de zorgkosten is ook een rem op de (of een beter door patiënten zelf gestuurde) ontwikkeling van de zorgindustrie.

Problemen in beeld

De echte consequenties voor mensen worden pas volgend jaar voelbaar en zichtbaar. Zorgbelang Gelderland zal samen met vele patiënten, cliënten en hun organisaties deze consequenties in beeld gaan brengen in 2012. Daarmee zullen we de vraag aan de landelijke en gemeentelijke politiek voorleggen of wij dit als Nederlandse samenleving echt willen.

Uw reactie

Wilt u een reactie op dit artikel geven of heeft u aanvullingen of suggesties? Mail dan naar ericverkaar@zorgbelanggelderland.nl.