Zorg voor de toekomst ?

Enkele weken geleden verscheen na lang wachten de discussienotitie ‘Zorg voor de Toekomst’. De hoop van veel beleidsmakers is dat antwoorden op vragen uit deze discussienota de basis gaan vormen van het standpunt van een nieuw kabinet en daarmee de kern van het nieuwe gezondheidsbeleid van de komende jaren. Maar dan moeten er wel echte keuzes gemaakt worden! ‘Zorg voor de toekomst’ is op dit moment alleen nog maar een opsomming van heel veel mogelijke beleidskeuzes. Hieronder geef ik kort de keuzes weer die ik zou maken.

Van zorg naar kwaliteit van leven

Zorg voor de toekomst gaat heel veel over de structuur van de zorg als systeem. En niet over de kwaliteit van leven van mensen die (soms) zorg nodig hebben. Ik denk dat een eerste keuze moet zijn om niet het systeem centraal te stellen maar de vraag hoe de kwaliteit van leven van mensen verbeterd kan worden.

Zet initiatieven van mensen centraal

In de nota wordt wel gesproken van initiatieven van mensen zelf: ervaringsdeskundigheid is belangrijk, bewonersinitiatieven verdienen lof. Maar nergens worden deze initiatieven en ervaringen van mensen zelf centraal gesteld. nergens wordt aangegeven hoe deze eigen initiatieven en ervaringen de basis van de zorg van de toekomst kunnen zijn. Hoe dergelijke initiatieven ondersteund en beloond worden in plaats van ‘tegengewerkt’ of genegeerd omdat ze niet passen in het ‘systeem’.

Landelijke, regionale en lokale regie

In de nota wordt gelukkig ingegaan op de ontwikkeling van regionale samenwerking, regioregie. Maar een heldere keuze hiervoor – door bijvoorbeeld over te gaan naar regionale populatiebekostiging – wordt niet gemaakt. Ook wordt er niet ingegaan op de vraag hoe regioregie of -samenwerking georganiseerd zou moeten worden. En ook niet op de vraag welke rol inwoners, patiënten, cliënten daarbij krijgen? Maar regioregie is niet voldoende. Af en toe is goede landelijke regie ook echt nodig (denk aan het vaccineren). Maar naast de regio zou lokale samenwerking veel meer centraal moeten komsten staan in de toekomst. Samenwerking is erg belangrijk maar ook het allermoeilijkste wat er is voor eigenwijze professionals en bestuurders. Het zou goed zijn als hierover in de zorg landelijk, regionaal en lokaal meer heldere spelregels over afgesproken worden.

Erken diversiteit

Doelgroepactiviteiten zijn in Nederland een taboe geworden: alles moet op iedereen gericht zijn. Maar niemand is gelijk en er zijn verschillen tussen groepen mensen, ook in de zorg. Een toekomstbestendige zorg dient verschillen tussen (groepen) mensen te (h)erkennen: maak maatwerk en doelgroepgerichte activiteiten belangrijke uitgangspunten voor de toekomstige zorg.

Los armoede echt op

Zolang er echte armoede bestaat, zal er veel meer zorg nodig zijn, dan wanneer we er in slagen armoede echt op te lossen. De vraag is bijvoorbeeld dan ook of een menswaardig basisinkomen niet veel goedkoper is dan veel dure zorg? Goede zorg voor de toekomst begint in mijn ogen bij het oplossen van het armoedevraagstuk.

De weg kwijt in de zorg…

… is iets wat veel voor komt. Onze zorg is buitengewoon complex. Gelukkig wordt in deze nota het belang van onafhankelijke cliëntondersteuning, vertrouwenswerk e.d. onderstreept. Maar bijvoorbeeld op het gebied van ziekenhuiszorg en de eerste lijn is die functie in Nederland helemaal niet georganiseerd. Veelmensen vinden dan ook de weg in de zorg niet en dat maakt zorg beslist niet beter en goedkoper. In mijn ogen verdient het goed organiseren van onafhankelijke ondersteuning in de (verzekerde) zorg dan ook een hoge prioriteit.

Digitale zorg

Tot slot wil ik het pleidooi voor meer digitale zorg van harte onderschrijven: we zijn inmiddels allemaal ‘vergroeid’ met onze telefoon. Maar wat kan ik nu echt regelen in de zorg met mijn telefoon? Op zo’n manier dat het voor mij echt handig is? Het is in mijn ogen verbijsterend wat de achterstand van digitale zorg is ten opzichte van bijvoorbeeld digitaal bankieren of digitaal winkelen. Investeer als samenleving hier grootschalig in en betrek patiënten en cliënten bij de ontwikkeling hiervan zodat digitale zorgoplossingen ook daadwerkelijk meerwaarde hebben.

Lees hier de uitgebreide reactie.

 

 

 

Toezichthouders: bewaak het cliëntperspectief!

Dinsdag 3 juli 2018 vond in Arnhem een bijeenkomst plaats van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ) over het cliëntperspectief in relatie tot de rol als toezichthouder. Aan mij de eer deze middag te mogen samenvatten.

Op deze middag zijn een 30 tal toezichthouders ‘meegenomen’ in de wereld van het cliëntenperspectief, door enkele sprekers. Het cliëntperspectief is een veelomvattend begrip en definities zijn verschillend, maar in elk geval onderscheid ik altijd een aantal kernelementen:

  • Subjectiviteit: ervaringen zijn erg persoonlijk en ook verschillend, maar ze kennen vaak wel een ‘rode draad’. Het gaat altijd om het persoonlijke, subjectieve perspectief van mensen;
  • Het leven staat centraal, niet de zorg: zorg is slechts een klein deel van het leven van mensen. Zorg stelt mensen in staat een optimaal leven te leiden en moet daartoe dan ook ondersteunend zijn. Zorg is nooit een doel op zich;
  • Communicatie en dialoog zijn het allerbelangrijkste voor cliënten, patiënten, bewoners;
  • Gelijkwaardigheid is in de interactie tussen patiënten professionals, een instelling enerzijds en cliënten, bewoners anderzijds, altijd een absolute voorwaarde: een zorgverlener is nooit de ‘meerdere’ en mag zich ook nooit zo gedragen.

Door middel van persoonlijke verhalen werd  duidelijk dat het cliëntperspectief anders is dan het perspectief van toezichthouders of dan het perspectief van bestuurders of uitvoerende zorgverleners. Ik vind het van groot belang dat toezichthouders zich hiervan erg bewust zijn.

Maar: wat moeten toezichthouders nu met al die persoonlijke ervaringen? Moeten toezichthouders zelf steeds weer op zoek naar belevingen van de zorg waarop toezicht gehouden wordt? Ik vind het inderdaad van  belang dat toezichthouders voeding houden met belevingen van mensen die zorg genieten in- of door instellingen. Elke toezichthouder kan zelf simpele manieren bedenken om af en toe met mensen in gesprek te gaan en te luisteren naar hun ervaringen. Maar ga als toezichthouder niet ten onder aan de overdaad aan ervaringen en denk na als toezichthouder na over wat u er in uw rol mee kunt.

Nog belangrijker vindt ik het namelijk dat toezichthouders er op toe zien dat de hele organisatie steeds opnieuw zorgt voor een dialoog tussen medewerkers, management en bestuur en cliënten, patiënten, familie of bewoners. De mensen die de daadwerkelijke zorg verlenen moeten zich – nog meer dan toezichthouders– bewust zijn van het (andere) perspectief van cliënten. Wanneer deze dialoog in ‘hun’ organisaties regelmatig en met diepgang wordt gevoerd, is er echt ruimte voor het cliëntperspectief en kan (daardoor) het leven en de zorg in een organisatie zich optimaal ontwikkelen. Dit is een permanent, steeds terugkerend proces omdat het leven, zorg en ervaringen, permanent veranderen.

Het ‘vertalen’ van ervaringen naar een beter leven en betere zorg gaat echter niet vanzelf. Dat kost moeite. Een ervaringsdeskundige is meer dan een mens met ervaringen: het is iemand met ervaringen die geleerd heeft deze ervaringen samen met medewerkers en een organisatie om te zetten in suggesties (voor professionals, de organisatie, het beleid) die leiden toe een grotere kwaliteit van leven en een betere zorg. Ook organisaties als Ikone en Zorgbelang, maar ook heel veel patiëntenorganisaties, kunnen daarbij ondersteunend zijn. Wij hebben allemaal ervaring met verschillende creatieve (participatie) methodieken die de dialoog tussen ervaringen en professionals en instellingen kunnen versterken: samen werken aan een beter kwaliteit van leven en betere zorg.

Tenslotte wil ik meegeven dat het cliëntenperspectief niet alleen draait om ervaringen. Het gaat ook om zaken als bescherming van de kwetsbare (rechts)positie van cliënten, patiënten, bewoners, familie e.d. Daarvoor hebben we in Nederland een aantal ondersteuningsvormen bedacht, zoals klachtenfunctionarissen (en procedures), vertrouwenspersonen, onafhankelijke cliëntondersteuners, medezeggenschapsorganen etc. Toezichthouders dienen van al deze ‘beschermingsmaatregelen’ op de hoogte te zijn en er op toe te zien dat deze zaken goed in ‘hun’ organisatie worden ingevuld. Toezichthouders moeten in elk geval een oordeel hebben, over wat zij ‘goed’ vinden op dit terrein. Dit in samenhang met de op deze middag uitgebreid besproken ervaringen van mensen die zorg nodig hebben.

Ik denk dat deze middag genoeg stof tot overdenking m.b.t. het cliëntenperspectief heeft opgeleverd. Ik hoop dat de aanwezige toezichthouders op grond van deze kennis en beleving een goede discussie met hun gehele raad van toezicht kunnen voeren over de invulling van het cliëntperspectief in hun organisaties. Uiteraard ben ik (is Zorgbelang) graag bereid hierbij verder te ondersteunen.


Zorgbelang ondersteunt patiënten, cliënten, bewoners, inwoners in de dialoog met instellingen, overheden etc. met het verbeteren van de kwaliteit van leven en zorg. Wij hebben ervaring met vele creatieve participatiemethodieken om deze dialoog te ondersteunen.
Daarnaast ondersteunt Zorgbelang individuele cliënten met vertrouwenswerk, onafhankelijke cliëntondersteuning, klachtenfunctionarissen e.d.

Zie voor meer informatie:
www.zorgbelanggelderland.nl
www.adviespuntzorgbelang.nl